|
||||||||
|
De Franse jazz liefhebbers mogen Silvio Berlusconi wel dankbaar zijn want het is dankzij zijn minachting voor cultuur en muziek dat een hele generatie Italiaanse jazzmensen hun heil zochten in Parijs in de jaren ’90. Daartoe behoort ook pianist Giovanni Mirabassi geboren in Perugia in 1970. Zijn vader was amateur muzikant en hield van opera tot de Beatles en jazz. Er was een piano, gitaar en accordeon, Giovanni koos de piano, aanvankelijk als speelgoed maar al spoedig kreeg hij het te pakken. In 1981 legde hij en zijn broer hun zakgeld bij elkaar om lp’s te kopen, het was Live at Birdland van John Coltrane, hij begreep er niks van maar besloot dat als hij groot was dat hij dan dat wilde doen en hij is nooit van mening veranderd. Hij was autodidact en is het altijd gebleven. Zijn eerste invloed was Oscar Peterson, maar de revelatie kwam met Bill Evans, dan Charlie Parker, Keith Jarrett, Chick Corea enz. Al heel jong (16 !) werd hij gevraagd om Chet Baker te begeleiden, hij durfde eerst niet maar het ging toch door, hij leerde meer in 20 minuten, dan normaliter in 5 jaar, hetzelfde was het geval met Steve Grossman. In 1992 vertrok hij naar Frankrijk wegens eerder genoemde redenen, hij was niet de enige, Aldo Romano, Paolo Fresu, Di Battista, Francesco Bearzatti en vele anderen kwamen ook naar Frankrijk. Zo makkelijk was het allemaal niet voor hem, hij kon wel vertellen dat hij met Chet Baker had gespeeld, maar ze haalden hun schouders op, dus moest hij allerlei shitklussen opknappen om aan de bak te komen, zoals borden wassen en dergelijke. Maar dat veranderde, hij begon cabaretzangers te begeleiden hetgeen hem later van pas kwam toen hij op het podium stond met chansonniers als Aznavour of Serge Lama. In 1996 maakte hij zijn eerste album met Pierre-Stéphane Michel op contrabas en Flavio Boltro op trompet, in 2001 volgde zijn eerste solo album “Avanti” met revolutionaire songs. Hij won veel prijzen, speelde wereldwijd en vooral in Japan is zijn populariteit enorm, in 2017 start hij samen met Sarah Lancman zijn eigen label “Jazz Eleven”. (Veel van bovenstaande informatie stamt uit het interview met Mirabassi in Jazz magazine no. 742). “Pensieri Isolati“ is zijn 20ste album en het eerste op zijn eigen label, “Reactionary Tango” van Carla Bley nam hij al eerder op, “Seascape” geschreven door Johnny Mandel is hier te horen in de versie van Kenny Barron en “What’s New” uit 1939 van Haggart en Burke zijn de enige composities die Mirabassi niet heeft geschreven. Het album begint met het vrolijk stemmende “The Healing Waltz” met indrukwekkende staaltjes vingervlugheid van Mirabassi. Het lichtvoetige pianospel zet zich voort in “Un peu comme cette époque” waarin er een fraaie dialoog ontstaat tussen linker- en rechterhand, razend knap en intrigerend. “Pensées Isolées” het titelnummer is een romantisch nummer gespeeld in een hoog tempo. “Seascape” is weer een verstilde melodie die zich langzaam openbaart aan de luisteraar. Het nummer loopt over in ”Les chants magnétiques” dat zich gaandeweg gelukkig ontworstelt aan het (te) rustige tempo en wat meer melodische variatie laat horen. Echt spannend wordt het met “Behind the white door” met melodische invallen die elkaar kruisen en/of overlappen, ingenieus. Ook “Reactionary Tango” is zoals gebruikelijk bij het oeuvre van Carla Bley complex en gevoelvol, een van de hoogtepunten op deze schijf. Dezelfde complexiteit zet zich voort in “Le libre arbitre” waarin het pianospel bijna hypnotiserend klinkt. “What’s new” zit veel eenvoudiger in elkaar maar heeft een ouderwets romantische uitstraling. In ”Où voulez-vous que je m’assoie ?” is er een vocale bijdrage van Cyril Mokaiesh waardoor het nummer overkomt als een echt chanson, een ander hoogtepunt op dit fraaie album dat wel wat meer uptempo nummers mocht bevatten. Jan van Leersum
|